In mijn vorige blog ging ik in op stap 1 van het vierstappenplan: Grip krijgen op onderwijslogistiek door kennis en inzicht in de keten. In dit blog stap 2: analyseren.
Belangrijk is dat je de onderwijslogistieke keten goed kent. Niet alleen theoretisch, maar zoals het in de praktijk bij je eigen onderwijsinstelling werkt.
Allereerst op hoofdlijnen, waarvoor het onderwijslogistiek honingraatmodel zeer bruikbaar is. Vervolgens moet je de diepte in. Wat zit er onder elk tegeltje? Welke producten vertegenwoordigt dit tegeltje? Welke (deel)processen zitten daaronder? Wie zijn daarin de actoren en stakeholders? Om welke data gaat het en welke systemen regelen dit in?
Vragen die van elk tegeltje in de keten beantwoord moeten zijn voordat je deze gaat analyseren. Zo’n analyse heeft de neiging snel heel ingewikkeld te worden. Er wordt vaak van beneden naar boven gedacht, van systemen naar werkvloer. Veel betrokkenen op de werkvloer en zeker die in het onderwijs zijn dan het spoor allang bijster. In deze valkuil moet je in ieder geval niet trappen.
Werk van boven naar beneden en leg dit in duidelijke, niet technische schema’s vast. Zie bovenstaand schema. Daarna kun je op eenvoudige manier analyseren wat er goed en minder goed gaat. Je hebt dan een duidelijk verhaal naar alle betrokkenen.
Een aanvullende methode
Een heel andere manier van analyseren is ook mogelijk. Op basis van ervaring en onderzoek heb ik samen met Marcel van Bockel (Twijnstra Gudde) in 2016-2017 voor SURF t.b.v. het Hoger Onderwijs een onderwijslogistiek referentiemodel ontwikkeld.
Dit model heeft in zeer korte tijd zijn waarde bewezen bij strategische en tactische onderwijslogistieke keuzes. Ik ervaar in mijn huidige werk als consultant onderwijslogistiek dat dit model ook zeer bruikbaar is in het MBO.
Het referentiemodel bestaat uit vier kwadranten: Besturen, Expliciteren, Ontwerpen en Uitvoeren. Het is een goed handvat om bijvoorbeeld te analyseren waar het flexibel onderwijs in de knoop komt met de praktische uitvoerbaarheid. Wordt het vastgestelde beleid wel goed geborgd in het expliciteringskwadrant? Worden daar wel de goede kaders vastgesteld? Kunnen onderwijsontwikkelaars in het ontwerpkwadrant hiermee uit de voeten en is het ontworpen onderwijs ook uitvoerbaar?
Vier HO-instellingen delen hun opgedane ervaringen in de brochure Referentiemodel onderwijslogistiek voor flexibel onderwijs. Download de brochure en lees de achtergronden en ervaringen met dit model.
Belangrijk is dat je de onderwijslogistieke keten goed kent. Niet alleen theoretisch, maar zoals het in de praktijk bij je eigen onderwijsinstelling werkt.
Allereerst op hoofdlijnen, waarvoor het onderwijslogistiek honingraatmodel zeer bruikbaar is. Vervolgens moet je de diepte in. Wat zit er onder elk tegeltje? Welke producten vertegenwoordigt dit tegeltje? Welke (deel)processen zitten daaronder? Wie zijn daarin de actoren en stakeholders? Om welke data gaat het en welke systemen regelen dit in?
Vragen die van elk tegeltje in de keten beantwoord moeten zijn voordat je deze gaat analyseren. Zo’n analyse heeft de neiging snel heel ingewikkeld te worden. Er wordt vaak van beneden naar boven gedacht, van systemen naar werkvloer. Veel betrokkenen op de werkvloer en zeker die in het onderwijs zijn dan het spoor allang bijster. In deze valkuil moet je in ieder geval niet trappen.
Werk van boven naar beneden en leg dit in duidelijke, niet technische schema’s vast. Zie bovenstaand schema. Daarna kun je op eenvoudige manier analyseren wat er goed en minder goed gaat. Je hebt dan een duidelijk verhaal naar alle betrokkenen.
Een aanvullende methode
Een heel andere manier van analyseren is ook mogelijk. Op basis van ervaring en onderzoek heb ik samen met Marcel van Bockel (Twijnstra Gudde) in 2016-2017 voor SURF t.b.v. het Hoger Onderwijs een onderwijslogistiek referentiemodel ontwikkeld.
Dit model heeft in zeer korte tijd zijn waarde bewezen bij strategische en tactische onderwijslogistieke keuzes. Ik ervaar in mijn huidige werk als consultant onderwijslogistiek dat dit model ook zeer bruikbaar is in het MBO.
Het referentiemodel bestaat uit vier kwadranten: Besturen, Expliciteren, Ontwerpen en Uitvoeren. Het is een goed handvat om bijvoorbeeld te analyseren waar het flexibel onderwijs in de knoop komt met de praktische uitvoerbaarheid. Wordt het vastgestelde beleid wel goed geborgd in het expliciteringskwadrant? Worden daar wel de goede kaders vastgesteld? Kunnen onderwijsontwikkelaars in het ontwerpkwadrant hiermee uit de voeten en is het ontworpen onderwijs ook uitvoerbaar?
Vier HO-instellingen delen hun opgedane ervaringen in de brochure Referentiemodel onderwijslogistiek voor flexibel onderwijs. Download de brochure en lees de achtergronden en ervaringen met dit model.
Informatie
- Wil je meer weten over mijn aanpak om onderwijslogistiek te doorgronden? Laat het mij weten en stuur mij een berichtje of email naar gert.onderwijslogistiek@gmail.com
- Een van de mogelijkheden om meer onderwijslogistieke kennis te verwerven is de leergang Onderwijslogistiek van saMBO-ICT. Deelnemers werken het vierstappenplan uit voor de eigen onderwijsinstelling en worden zo goede onderwijslogistieke sparringpartners. De eerstvolgende leergang Onderwijslogistiek start begin november. Deze editie is bijna volgeboekt, maar je kunt je altijd plaatsen op de wachtlijst. Wil je hierover meer weten? Ga naar de site van saMBO-ICT.
- Wil je voor je onderwijsinstelling meer weten over een traject op maat? Neem contact met mij op: gert.onderwijslogistiek@gmail.com.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten